In de zeventiende eeuw werd China geteisterd door oorlog, economische achteruitgang, natuurrampen en hongersnood. De heersende Ming-dynastie kreeg te maken met boerenopstanden, maar werd ook vanaf de andere kant van de Chinese Muur bedreigd door de Qing. Het meest oostelijk gelegen bolwerk van de Muur, Shanhaiguan, was het enige obstakel tussen de hoofdstad Peking en het vanuit Mantsjoerije oprukkende leger onder leiding van Dorgon, de regent van de Qing-keizer.
In 1640 werd de 28-jarige generaal Wu Sangui als commandant gestationeerd bij Shanhaiguan. Generaal Wu had zich op het slagveld al vaak bewezen en onder zijn leiding slaagde het Chinese leger erin het leger van Dorgon buiten de Muur te houden. Tot de Chinese rebellenleider Li Zicheng in 1644 vanuit Xi’an met zijn troepen naar de hoofdstad optrok. Op 23 april bereikte Li Peking en stuurde een boodschapper naar Ming-keizer Chongzhen om hem de gelegenheid te geven zich over te geven. Maar de keizer weigerde en stuurde een boodschapper naar generaal Wu Sangui met de opdracht naar de hoofdstad te marcheren en het rebellenleger te verslaan.
Wu marcheerde direct met zijn leger richting Peking, maar onderweg ontving hij het nieuws dat de hoofdstad was gevallen en Chongzhen zelfmoord had gepleegd. Hij keerde daarop spoorslags terug naar Shanhaiguan. Daar zat hij nu klem tussen het leger van Li Zicheng en dat van Dorgon. Die probeerden allebei om Wu te bewegen hun kant te kiezen. Li bood hem goud, zilver en een hertogdom, maar tegelijkertijd hield hij ook de vader van Wu gevangen. Toen Wu dat hoorde, besloot hij zich zeker niet aan Li over te geven.
Li stuurde toen twee legers om Shanhaiguan te veroveren, maar Wu’s ervaren troepen versloegen die met gemak. Daarop besloot Li hoogstpersoonlijk een leger van 60.000 soldaten naar Shanhaiguan te leiden om voor eens en altijd met Wu Sangui af te rekenen. Wu begreep dat hij dat enorme leger nooit zou kunnen verslaan en vroeg Dorgon in een brief om hulp. Die stemde ermee in om samen op te trekken tegen Li, op voorwaarde dat Wu zich zou overgeven en trouw zou zweren aan de Qing-keizer. Wu moest dit wel accepteren en opende de poorten voor de Qing-troepen. Op 27 mei 1644 versloegen Wu en Dorgon samen de rebellen in de Slag bij Shanhaiguan. Het Qing-leger marcheerde daarna zonder tegenstand naar Peking, waar de jonge keizer Shunzhi in de Verboden Stad tot keizer van China gekroond werd. Een nieuw tijdperk was aangebroken.
