In augustus 210 voor Christus werd de eerste keizer van China, Qin Shi Huang, tijdens een reis ver van de hoofdstad ernstig ziek. Hij werd begeleid door eerste minister Li Si, zijn geliefde jongste zoon Huhai en diens leraar Zhao Gao. Zij brachten hem nog naar zijn paleis in Shaqiu, maar dat mocht niet baten: hij overleed.
Li Si was bang dat er opstanden zouden uitbreken zodra bekend werd dat de keizer was overleden. Hij overlegde met Zhao Gao en Huhai en ze besloten om de dood van de keizer geheim te houden tot ze terug waren in de hoofdstad Xianyang. Op de lange terugreis lieten ze een wagen met gezouten vis vlak achter de keizerlijke koets rijden, zodat niemand de geur van het ontbindende lijk zou ruiken. Ook brachten ze elke dag schone kleren en eten naar de koets, en deden alsof ze met de keizer spraken.
Zhao Gao zag nu echter ook zijn kans schoon om de macht te grijpen. Hij haalde Li Si en zijn pupil Huhai over om de laatste wensen van de keizer te vervalsen. Qin Shi Huang had namelijk opdracht gegeven om zijn oudste zoon Fusu terug te roepen uit het noorden, waar hij toezicht hield op de bouw van de Chinese muur. Fusu moest de begrafenis regelen en werd tevens aangewezen als troonopvolger. Maar in het vervalste bevel stond dat Fusu zelfmoord moest plegen. Omdat hij niet twijfelde aan de echtheid van dit bevel en hij een gehoorzame zoon was, maakte hij inderdaad een eind aan zijn leven.
Volgens hetzelfde vervalste bevelschrift werd Huhai aangewezen als opvolger van zijn vader. De jonge Huhai was niet erg geïnteresseerd in regeren en liet zijn oren hangen naar Zhao Gao. Die liet Huhai bijvoorbeeld alle zijn broers en zussen executeren en adviseerde hem in het paleis te blijven en zich niet te laten zien, en het regeren aan Zhao Gao over te laten.
Intussen was er overal in het land grote ontevredenheid ontstaan over het tirannieke bewind van de Qin-dynastie en vonden er steeds meer en grotere opstanden plaats. Hoewel de meeste opstanden konden worden onderdrukt, kon uiteindelijk niemand voorkomen dat er in het jaar 207 voor Christus officieel een einde kwam aan de dynastie die het land had verenigd.
