Het weefstertje was de jongste van zeven dochters van de Jadekeizer. Van wolken weefde zij de koninklijke gewaden van haar vader. Op een dag daalde ze af naar de aarde om een bad te nemen in een meertje. Ze had niet door dat ze werd gadegeslagen door een herdersjongen. Die vond haar zo mooi, dat hij een list bedacht om haar te ontmoeten: hij verstopte haar kleren, zodat ze niet terug kon naar het Hemelpaleis. Het weefstertje besloot daarop om op aarde te blijven en met de koeherder te trouwen. Ze kregen een zoon en een dochter en waren erg gelukkig.
Maar natuurlijk kwam de Jadekeizer erachter dat zijn dochter niet thuis was gekomen, en hij gaf zijn vrouw, de koningin-moeder van het westen, opdracht om hun dochter naar het Hemelpaleis terug te brengen. Bij thuiskomst ontdekte de koeherder dat zijn vrouw was weggehaald en ging direct achter ze aan. Toen hij hen bijna had ingehaald, creëerde de koningin-moeder van het westen met haar haarspeld de Melkweg, om de geliefden voor altijd te scheiden. Met een gebroken hart veranderden de geliefden in sterren, het weefstertje in de ster Vega en de koeherder in de ster Altair.
Omdat de koningin-moeder van het westen toen inzag hoeveel ze van elkaar hielden, stond ze hen toe om elkaar eenmaal per jaar te zien, op de zevende dag van de zevende maand. Op die dag vormt een enorme zwerm eksters een brug over de Melkweg, zodat de koeherder en het weefstertje naar elkaar toe kunnen gaan. Deze dag wordt in China al meer dan tweeduizend jaar gevierd als het Qixi-festival.