In China leven twee zeldzame tijgersoorten: de Siberische tijger en de Zuid-Chinese tijger. Door overbejaging en het steeds kleiner worden van het leefgebied komen deze katachtigen nauwelijks meer in het wild voor. Met fokprogramma’s en soortbehoudprogramma’s wordt geprobeerd te voorkomen het uitsterven van beide soorten te voorkomen.
Siberische tijger
De Siberische tijger is de grootste van de katachtigen. Een mannetje kan wel 3,25 meter lang worden, en dan is de ruim 1 meter lange staart nog niet eens meegerekend. Er leven nog ongeveer vijfhonder tijgers in het wild, vooral in Oost-Rusland. In de Chinese provincie Heilongjiang leven er nog minder dan vijftig.
De vacht van de Siberische tijger is oranjebruin tot oranjegeel met verticale bruine en zwarte strepen. Dit strepenpatroon verschilt per individu. De buik, de wangen en het gebied rond de ogen zijn wit. De Siberische tijger heeft zich met een vetlaag van ongeveer 5 cm dik aangepast aan het koude klimaat van zijn leefgebied. Op deze manier kan hij goed tegen de ijzige wind en koude temperaturen van soms wel -40 °C.
In dierentuinen en opvangcentra leven er meer dan tweehonderd Siberische tijgers. Zo wonen er op dit moment vier Siberische tijgers bij Stichting Leeuw op landgoed Hoenderdaell in Anna Paulowna. Twee tijgers, Kuma en Valesca, staan momenteel op de nominatie om te verhuizen naar een omheind natuurgebied in Rusland, waar ze hopelijk jongen krijgen. Nadat ze geleerd hebben om zelf op hazen en herten te jagen, kunnen hun jongen na twee jaar teruggeplaatst worden in het wild. In de natuur jagen Siberische tijgers op sikaherten, edelherten, wilde zwijnen, elanden en zelfs beren.
Zuid-Chinese tijger
In de jaren 50 van de vorige eeuw waren er nog vierduizend Zuid-Chinese tijgers, maar door overbejaging en ontbossing is deze katachtige tegenwoordig ernstig bedreigd. Geschat wordt dat er in Zuid-China nog minder dan dertig Zuid-Chinese tijgers leven. In gevangenschap zijn er nog 200, waarvan 150 in Chinese dierentuinen. Er zijn wel plannen om de Zuid-Chinese tijger met behulp van soortbehoudprogramma’s terug te plaatsen in het wild, maar op dit moment is er geen gebied dat groot genoeg is en voldoende prooidieren heeft.